We weten dat René Bonnet, directeur van het bedrijfje D.B., alles doet om succes te behalen in de races in de sportklasse. De spectaculaire successen die zijn D.B. in talloze wedstrijden heeft bereikt zijn alom bekend. En niet zo maar succes, we hebben het hier wel over le Mans, de Mille Miglia en de 12 uur van Sebring in Florida, om er maar een paar te noemen. Volgens René Bonnet zijn deze autoraces de enige proefbank waarop de echte Grand Tourismo tot vervolmaking kan worden gebracht. Tenslotte heeft hij een naam op te houden als voorloper en dat wordt bewezen door zijn laatste model dat volledig uit kunststof is opgebouwd. Deze auto heeft heel wat belangstelling opgewekt bij de laatste Autosalon. Wij vonden de auto heel verleidelijk en zijn daarom meteen na het sluiten van de tentoonstelling op weg gegaan naar de fabrieken in Champigny-sur- Marne om de tweedeurs sport-DB stevig aan de tand te voelen. Deze GT is een echte sportauto ( één van de laatsten die we nog in Frankrijk hebben) en om die reden besteden we aan deze proefrit extra aandacht.

Een Panhard Motor
René Bonnet legt in zijn D.B. een Panhard motor waar hij zijn eigen draai aan geeft door uitgekiende verbeteringen van de distributie en de carburatie.Op het oog lichte verbeteringen die niettemin veel aandacht en zorg vereisen en na ons bezoek aan de werkplaatsen in Champigny kunnen wij alleen maar bevestigen dat dit akelig precies gebeurt. De motor van de D.B. lijkt in grote lijnen op die van andere Panhards. Een flat-twin luchtgekoelde boxermotor van 850m cc die 50 pk levert bij 5000 toeren. Cilinder en cilinderkop vormen één geheel. De kleppen van bijzonder staal worden net zoals in de gewone motor, gesloten met concentrische torsiestaafjes i.p.v. klepveren. De versterkte krukas heeft bijzondere rollagers. Ook de drijfstangen zijn voorzien van rollagers. De tuimelaars bedienen de kleppen via een soort hydraulische klepstoter. Het oliecarter is laag geplaatst en goed gekoeld. De motor rust op twee rubber steunen aan de voorzijde en zit aan de achterkant vast aan de versnellingsbak. Hierdoor worden de trillingen van de motor opgevangen en verloopt het snel optrekken zonder schokken. Deze opgevoerde motor presteert bij hoge toeren en loopt niet snel warm. Tijdens onze proefritten op het circuit van Montlhéry, waarbij de DB

flink onderhanden werd genomen liep de olietemperatuur niet verder op dan 70 graden. De koppeling werkt met een enkele koppelingsplaat. Ongetwijfeld zou deze nog verbetering kunnen verdienen want tijdens onze acceleratieproeven werd de koppelingsplaat makkelijk heet en was er een neiging tot slippen. De versnellingsbak is van Panhard waarbij de vier gesynchroniseerde overbrengingen door René Bonnet zijn aangepast, de laatste is als een overdrive uitgevoerd. De versnellingsbak wordt bediend middels een korte pook op de vloer die goed onder handbereik ligt. Het patroon van de versnellingen, hoewel het logisch lijkt, is ongebruikelijk en in de eerste paar minuten kan de bestuurder zich makkelijk vergissen: de vrijloop is in de lengte gepositioneerd en de eerste en tweede versnelling bevinden zich elk aan de andere zijde hiervan achter en de drie en vier aan de voorzijde. Men went hier heel snel aan en samen met de soepele bediening van de bak zorgt dit ervoor dat de versnellingen makkelijk gevonden worden.
Alleen de achteruit, die zich achter de 1e en 2e versnelling bevindt is moeilijk te vinden en vereist een stevige bediening van de versnellingshendel. De synchronisatie verloopt goed al heeft de 4e versnelling een neiging tot haken. De bediening van de versnellingsbak is verder boven elke kritiek verheven. De aandrijving gaat via de voorwielen en in beide aandrijfassen is een soort schokbreker gemonteerd.
De motor van de 5CV D.B. wordt gevoed door een dubbele Solex carburateur geplaatst op in-en uitlaatbuizen van flinke afmeting. De lichtmetalen benzinetank omvat 60 liter en zorgt voor een aanzienlijke actieradius.
De vulopening zit op de achterzijkant van de auto en is jammer genoeg te nauw voor een auto die voorbestemd is mee te doen aan races. Het elektrisch systeem functioneert met 12 Volt met een klassieke Delco verlichting.
De besturing, ook ontworpen door D.B., is van voorbeeldige precisie. Met een schroef aan de onderzijde van de fusée is de hardheid te regelen. Met deze besturing is het met een stoutmoedig rijgedrag mogelijk haarscherpe bochten te nemen. De draaicirkel maakt de auto gemakkelijk hanteerbaar in de stad en het houten stuurwiel ligt comfortabel in handen.

 

Schitterende prestaties

De prestaties van de 5 CV D.B. zijn werkelijk schitterend. Het optrekken gaat onbedaarlijk. De D.B. gaat in 18 seconden van nul naar honderd, de Dyna daarentegen in ruim 24 seconden.
Het accelereren verloopt vlot, met een verbazingwekkende topsnelheid voor een motor met deze cilinderinhoud; in Montlhery klokten we een rondetijd van 1’ 02”, neerkomend op een snelheid van 147, 962 km/u, en dus makkelijk vergelijkbaar met auto’s met veel zwaardere motoren. Het weggedrag stelde absoluut niet teleur en de plezierige synchronisatie van de goed handelbare bak zorgde ervoor dat we zo’n beetje alle problemen de baas konden. De D.B. is ontegenzeggelijk een grote reiswagen die bovendien alle eigenschappen heeft van een echte sportwagen. Het benzinegebruik is bescheiden en zelfs bij hoge snelheden volstaan 9,5 liters voor 100 kilometer. Voorts moet worden vastgesteld dat de D.B. zich ronduit goed gedraagt, precies zoals elk andere grote toerwagen. De uitlaat, ook door Bonnet ontworpen, geeft een beschaafd geluid: alleen heel gevoelige oren zullen het misschien jammer vinden dat het geluidsniveau binnenin nogal hoog ligt bij snelheden boven de 100km/u. Als hier iets meer aandacht aan zou worden geschonken zou het plezier om erin te rijden alleen maar groter worden.

 

Stevige constructie en efficiënte ophanging 

De carrosserie van de D.B. steunt op een centrale stalen buis. Vanuit deze buis gaat een onderstel naar de voorkant waarop de koets rust met de motor en waaraan de schokbrekers ook zijn bevestigd. De uit één stuk vervaardigde koets is van gewapende kunststof, die uit de fabriek van Chausson komt. Het geheel vormt een extreem stevige constructie: geen piepen of kraken, zelfs niet op klinkerwegen of wegen met kuilen. Aan de voorzijde is er een onafhankelijke wielophanging met dwarse veren, groter uitgevoerd dan het origineel om zo beter bestand te zijn tegen vervorming aan de voor-en achterzijde in geval van een noodstop bij hoge snelheid. De hydraulische schokbrekers aan de voorzijde zijn telescopisch met dubbele werking, ook uit de fabriek van Champigny. Ze doen denken aan de 11 en15 CV van Citroën. De achterwielophanging is semionafhankelijk door middel van een torsiestaaf en ook hier is sprake van hydraulische telescopisch werkende schokbrekers. Deze manier van ophanging is zeer efficiënt en zorgt voor een opmerkelijk goed wegegedrag. Het is haast onmogelijke deze wagen uit de bocht te laten vliegen. Alleen onder extreme omstandigheden vertoont de koets een geringe neiging tot doorbuigen zonder ook maar een begin van uitbreken te vertonen. De D.B. heeft een heel eigen karakteristiek in de bochten. Zelfs in scherp genomen bochten op hoge snelheid komt er geen achterwiel los van de grond. Van de D.B. kan men zeggen dat ze elke moeilijkheid met een speels gemak overwint en zich zeer op haar gemak voelt op een bochtig traject. Het gemiddelde waarmee we de 9 km van het circuit van Montlhéry aflegden spreekt boekdelen. Hoewel de D.B. nogal stug is geveerd wordt het voor de inzittenden niet vervelend. De trommels voor hydraulische remmen op alle vier de wielen zijn speciaal voor de D.B. ontworpen. De 45 mm brede remschoenen werken krachtig en progressief en laten het ook bij een stevige rijstijl nimmer afweten. De te lange trekstang van de handrem op de voorwielen bevindt zich onder het dashboard en geeft hinder bij het in-en uitstappen, daarenboven is de werking zonder meer matig.
De D.B. is dus, samenvattend, een kleine auto voor lange afstanden die de faam van het werk waardig is. Bovenal is ze opvallend stevig en toegerust met uitstekende trefzekere remmen. Ze laat zo’n beetje iedere rijstijl toe en we zijn ervan overtuigd dat iedere gebruiker, zelfs een beginneling, zich erin op zijn gemak zal voelen. Als laatste stellen we vast dat de D.B. slechts 600 kilo weegt. Een extra gewichtsvermindering zou de prestaties nog iets verbeteren zonder aan het weggedrag of stevigheid van de wagen afbreuk te doen. Weliswaar is ze uitgerust als toerwagen en niet als wedstrijdauto maar een rallyrijder zou bijvoorbeeld in het interieur nog een flink aantal kilo’s kunnen winnen.

 

Een evenwichtige lijn en luxueuze afwerking

Het is beslist heel moeilijk om een definitief oordeel te geven over de lijn van de auto. Menig automobilist zal uitsluitend vallen op comfortabele en luxueuze auto’s terwijl anderen vooral de bescheiden uitgevoerde sportauto’s zullen prefereren. Wij houden zonder meer van de ontegenzeggelijk fraai uitgebalanceerde lijn van de D.B. Natuurlijk, het is een tweedeurs auto maar met makkelijk bereikbare voorstoelen. De zitplaatsen achterin zijn er uitsluitend voor de vorm zoals bij alle auto’s van deze soort. Toch biedt de auto aanzienlijk meer comfort en ruimte dan zijn concurrenten. De afwerking is luxueus met zware smaakvolle stoelen. De twee kuipstoelen bieden veel steun aan de inzittende. De zit is zonder meer gemakkelijk en er is ruim plaats voor de ellebogen. Zelfs voor lange personen blijft er voldoende ruimte over tussen het hoofd en het dak. Naar voren en opzij heeft men een ruime blik, alleen naar achter is het zich veel minder. Het dashboard is overzichtelijk en compleet, de meters zijn goed afleesbaar: snelheidsmeter, toerenteller, oliedrukmeter, temperatuur-en benzinemeter bevinden zich direct in het blikveld van de bestuurder en geheel rechts bevindt zich nog een ruim dashboardkastje. De bedieningshendels zitten aan de stuurkolom met uitzondering van de richtingaanwijzer die bediend wordt door een knopje voor de versnellingshendel. Het gaspedaal wordt bediend middels een solenoïde ( draadspoel). De verwarming werkt goed maar de ruitenwissers hebben niet veel betekenis meer boven de 100 km/u. De inklapbare koplampen zijn verwerkt in de voorspatborden, een druk op de knop is voldoende om ze te voorschijn laten komen. Maar jammer genoeg bieden ze veel luchtweerstand. Tijdens onze poging om op het circuit van Montlhery de topsnelheid te halen met omhoog geklapte koplampen kwamen we niet verder dan 142 km/u. De plaatsing van koplampen op een zo’n lage auto als de D.B. is zeker niet eenvoudig maar René Bonnet zou er goed aan doen een andere stroomlijning te overwegen. De toegang tot de motor is prima en voor bagage is er ruimte achter de voorstoelen en in de kofferbak. Hierin is ook een aparte opbergruimte voor het reservewiel.

 

Conclusies

 De tweedeurs D.B. is zonder meer één van de eerste Franse toerwagens die tevens een echte sportauto is. Het is de grote verdienste van de constructeur die volhardt in een moeilijke, en uiteindelijk ook ondankbare taak. Om rendabel te zijn zou deze auto inderdaad in serie geproduceerd moeten worden. Wij hopen van harte dat dit een succes wordt want wij hebben dit een prachtige auto gevonden die de Franse kleuren over de gehele wereld kan laten schitteren.
Met zijn schitterende prestaties geeft hij de bezitter ervan een niet te verwaarlozen hoeveelheid genot en comfort. Het is echter wel te hopen dat hij door een verlaging van zijn verkoopprijs ( 1.450.00 fr) ook in het bereik van een grotere groep kopers terecht komt.

Panhard Automobielclub Nederland