Een ‘zogenaamde’ Panhard en echte Panhard oil.

 

In mijn inmiddels omvangrijke Panhard fotoarchief (geen papier, alles in de computer) zitten heel wat foto’s waaruit blijkt dat P&L al heel vroeg ook vrachtwagens maakte. Deze bestelwagen uit 1896 is een mooi bewijs. Evenals de P&L vrachtwagen hieronder, die in de Eerste Wereldoorlog gefotografeerd werd op de binnenplaats van een kazerne.

Maar dat is niet waar ik het hier over wil hebben. Het gaat mij hier meer om de naam c.q. het merk ‘Panhard’ en de bedrijven in de Verenigde Staten die die naam al dan niet terecht voerden.

Ik werd daarvoor in eerste instantie getriggerd door de volgende advertenties in een Amerikaans autoblad, jaargang 1918.
Hier is overduidelijk sprake van Panhard vrachtwagens die wij niet als zodanig kennen of herkennen. De naam Panhard is duidelijk te onderscheiden maar het ronde logo met de P&L ontbreekt! Na enig zoeken vond ik nog een afbeelding van zo’n auto, dit keer met een mooie beschrijving waaruit blijkt dat de eigenaar van de auto, ene John T. Wiersena, uit Muskegon, Michigan, sinds hij zijn paard en wagen voor deze auto heeft ingeruild, zijn omzet heeft zien verdubbelen. Over de auto zelf word helaas niets gezegd. Ik moest dus andere bronnen aanboren en dat leidde snel tot resultaat. Het archief van wijlen Henk Ottevangers bevatte naast andere juweeltjes, ook informatie over het bedrijf dat deze vrachtauto’s ooit produceerde. Ik kwam het volgende te weten.

In 1914 werd in Ohio (VS) de Cincinnati Motors Company opgericht. Het bedrijf verhuisde in 1917 van Cincinnati naar Grand Haven, de naam werd veranderd in ‘Hamilton Motor Company’. Het bedrijf hield zich bezig met het bouwen van vrachtwagens onder de merknaam ‘Panhard’. Het chassis en de cabine werden door Hamilton zelf gebouwd, de motor en de versnellingsbak werden bij andere Amerikaanse bedrijven ingekocht. Er werden zowel een één tonner als een model van anderhalve ton aangeboden, beiden op een wielbasis van 130 inch. Daarnaast werd ook een model van 2,5 ton gebouwd met een wielbasis van 150 inch.

Het is niet bekend waarom de in de automobielwereld zeer bekende naam ‘Panhard’ werd gekozen, maar het ligt voor de hand dat geprobeerd werd mee te liften op de bekendheid van de Franse concurrent.
Dit alles trok ondanks de grote afstand toch de aandacht van Panhard & Levassor in Parijs, die een juridische procedure begon tegen het gebruik van de naam ‘Panhard’. Het kwam voor zover bekend niet tot een echt proces, maar onder de druk van P&L gaf Hamilton toe en maakte op 3 augustus 1918 bekend de naam ‘Panhard ‘ niet meer te zullen gebruiken. Daarna werden hun vrachtwagens onder de merknaam ‘Apex’ geproduceerd, dit duurde nog tot 1922, toen hield ‘Hamilton’ op te bestaan.
Daarmee kwam een einde aan de productie van ‘alternatieve Panhards’.

 

Maar er was nog een bedrijf dat de naam ‘Panhard’ gebruikte. De oudste vermelding die ik kon vinden dateert uit 1906. Een uitgebreidere advertentie dateert uit 1927. De producent van de olie, GEO.A. Haws, gebruikt de naam ‘Panhard’, maar ook hier ontbreekt het bekende P&L logo en het lettertype is evenmin aan P&L gerelateerd. Naarstig zoeken op het internet leverde geen protesten van het Parijse Panhard op. Wel vond ik onderstaande advertentie uit 1927 waarin sprake is van het vernieuwen van de Amerikaanse ‘franchise’ van de Franse Panhard olie. Kortom deze Amerikaanse oil was wel degelijk Franse huille!

 

Hieronder vind je een gallery met de foto’s bij dit artikel en meer foto’s over zowel het merk Hamilton (= geen Panhard) als de Franse Panhard huille c.q. oil. Alles op een prettig leesbaar formaat.

 

 

 

 

2 Reacties

  1. Dago Langen

    Interessant artikel Ries!

    Antwoord
  2. Arie van Rijn

    Tot mijn schrik wordt de naam Panhard nu ook gebruikt in Luxembourg door een of ander shareholders bedrijf…… Mag dat zomaar??

    Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Panhard Automobielclub Nederland