Panhard, folders, affiches en advertenties
De folder van 1892
In 1892 publiceerde Panhard ’s werelds eerste autofolder en was daarmee de uitvinder van dergelijke pamfletten. Al snel bleek dit een effectieve manier van verkoopbevordering en het uitbrengen van vaak heel mooie affiches werd bij Panhard tot een kunst verheven. De pamfletten die door de diverse buitenlandse concessionaires / dealers werden geproduceerd waren vaak minder fraai uitgevoerd en bleven meestal beperkt tot een soort van krantenadvertenties
Klik op de afbeelding om in de folder te bladeren.
—————————————————————————————————————-
De catalogus van 1902
Er is een uitgebreide catalogus van Panhard uit 1902 bewaard gebleven, heel handig om Panhards op oude foto’s te identificeren.
Klik op de afbeelding om in de folder te bladeren.
—————————————————————————————————————-
De catalogus van 1913
In 1913 kwam er een fantastische, heel romantische catalogus uit. De afbeeldingen van de auto’s worden afgewisseld met allerlei figuren, uit zowel de mythologie als de (Franse) geschiedenis, waarmee het slecht afliep. Aan het einde wordt gesuggereerd dat het beter met hen was afgelopen als zij maar een auto hadden gehad.
Kijk, huiver en geniet!
Klik op de afbeelding om in de folder te bladeren.
————————————————————————————————–
Panhard heeft in de periode vòòr 1945 vele mooie folders en vooral affiches gemaakt. Bekend zijn die van de beroemde illustrator Alex Kow. Klik hiernaast voor een gallery met heel veel moois van vòòr 1945.
————————————————————————————————–
Dyna X
Na de oorlog maakte Panhard een nieuwe start met de Dyna Panhard, een heel andere auto dan de vooroorlogse modellen. In de reclame werd zowel de geheel nieuwe conceptie als de grote traditie van Panhard benadrukt. De eerste folder is nog van het voorserie model, in details afwijkend van de productie modellen. In 1950 kreeg de Dyna Panhard een vernieuwd uiterlijk. De goede prestaties en prima wegligging maakte van de Dyna X een geduchte rallyewagen, in diverse folders uit 1951 speelt Panhard daarop in. Maar ook de esthetische kwaliteiten van de Dyna werden benadrukt. Ook de cabrio van de X werd met behulp van folders gepromoot. In 1953 verscheen de laatste folder voor de Dyna X personenauto’s. De besteluitvoeringen bleven nog ruim een jaar in productie..
Klik op het plaatje hiernaast voor een verzameling folders, affiches etc. van de Dyna X
————————————————————————————————–
Junior
Ook de van de Dyna Panhard afgeleidde Junior verdiende een mooie folder, door Alex Kow getekend (zie hiernaast). Toen het model in 1954 veranderde moest ook de folder gewijzigd worden. Kow begon niet helemaal opnieuw… Zoek de verschillen! Maar ook de andere folders zijn aantrekkelijk en geven een mooie kijk op de beginjaren ’50. Wat dacht u van de koekjesreclame met een Junior! Verder valt op dat de accesoiremarkt direct reageerde met een hardtop en dat de Junior kennelijk ook voor de mid-west Amerikanen aantrekkelijk was.
Klik hiernaast voor een overzicht van de verkoopbevorderende grafische voorstellingen van de Junior
————————————————————————————————–
Dyna Z
Voor de Dyna Z zijn veel prachtige folders gemaakt, ook Kow had daar weer vaak de hand in, diverse hier getoonde folders zijn door hem gesigneerd.In de folders werd de Z vooral geroemd om zijn eigenschappen, ruim, zuinig, snel en sportief. Daarnaast werden natuurlijk ook de cabriolet en de besteluitvoering getoond. Voor degenen die hun auto wilden verfraaien waren er de accesoires. De auto viel in vele landen in de smaak, uit het getoonde blijkt dat daar in elk geval Nederland en de Engelstalige landen bij hoorden.
Klik hiernaast voor een overzicht van folders, affiches en advertenties betreffende de Dyna Z
————————————————————————————————–
PL17
In 1959 volgde de PL17 de Dyna Z op. Het was eerder een evolutie dan een revolutie zoals de introductie van de Dyna Z1 dat ooit was. De folders daarentegen evolueren wel degelijk. Groter, glanzender, zwaarder papier, uitvouwbaar, het kan niet op. In Nederland kreeg Karel Suyling van Citroën de vrije hand om kunstzinnige reclames te maken, óók voor de Panhard PL17, zie hiernaast de affiche in 1963 voor de RAI. De aandacht voor zuinigheid, techniek en sportieve prestaties lijkt af te nemen. Wat blijft is belangstelling in het buitenland, die dit keer blijkt uit een tweetal, toch wat moeilijk leesbare Griekse folders.
Klik hiernaast en hieronder voor een overzicht van een aantal complete folders en nog wat affiches en advertenties voor de PL17
————————————————————————————————–
De 24
De 24 wordt vaak beschreven als de ‘Zwanezang’ van Panhard, technisch en esthetisch klopt dat wel, maar commerciëel was het geen succes en leek het meer op de laatste stuiptrekking van Panhard. Wat het ook was. De mooie affiches en plaatjes uit folders konden het tij niet keren, de kopers lieten het afweten. In 1967 trok Citroën, de eigenaar van Panhard, de stekker er uit en de laatste auto die geproduceerd werd was een 24. Opmerkelijk is daarom de advertentie uit Uruguay waarin (het daar ter plaatse ontwikkelde) model 1968 van de 24CT aan de man wordt gebracht.
Klik hiernaast op de afbeelding om de laatste folders, affiches en advertenties in te zien.
————————————————————————————————–
De DB
DB was, voordat het Duo Deutsch en Bonnet uiteen viel, de racestal van Panhard die met zijn raceauto’s veel succes had op de circuits en in rallye’s. Panhard bracht hiervan ook straatversies (HBR typen) uit. Later zag nog een de DM Le Mans het licht een auto waaraan Deutsch al niet meer te pas kwam. Klik hiernaast voor een overzichtje van de commerciële pamfletten.
————————————————————————————————–
De CD
Toen 1961 viel DB, toen de renstal voor Panhard uiteen. René Bonnet, de “B” van DB begon zijn eigen bedrijf, en stapte over op Renault motoren. Voor Panhard en Charles Deutsch kwam dit als een grote verrassing. In grote haast, want de inschrijving voor Le Mans 1962 kwam er aan, werd toen besloten een eigen racewagen voor Le Mans te ontwikkelen. Charles Deutsch, ontwierp die racewagen, de naar zijn initialen gedoopte CD, die verschillende keren met succes werd ingezet tijdens de befaamde 24-uur van Le Mans. De CD kreeg een carrosserie van kunststof, een buizenframe en een 2-cilinder 850 cc motor met compressor. De racewagen was een zeer aërodynamisch gevormde wedstrijdwagen met enorme vleugels, die in 1963 in een wat minder exorbitant vormgegeven versie voor op de openbare weg beschikbaar kwam.
Nadat Panhard 160 exemplaren (voor de weg) had gebouwd, werd de productie gestopt. Hiervan zijn er in de loop van de jaren heel wat gesneuveld, maar toch kunt u ze nog af en toe tegen komen, ook in Nederland. Zo zeldzaam als de auto, zijn natuurlijk ook de folders en advertenties, in de gallery hiernaast vind u er wat voorbeelden van.