Marathon,

Corsaire of Pirate

Al weer vele jaren geleden vertaalde Kees Kersten voor de Koerier een artikel over de Marathon, dat in het tijdschrift Rétromania was gepubliceerd. Hier datzelfde artikel aangepast en aangevuld met nieuwe gegevens en foto’s.

Het fenomeen sportwagen blijft altijd boeien. Het genoegen om met als het ware een op maat gesneden rijdend kostuum over ‘s Heren wegen te flitsen, of langs boulevards te paraderen, dat is een toch wel diepgeworteld en vaak heimelijk gekoesterd verlangen van menige bezitter van een “gezins-auto”. Ook voor constructeurs en carrosseriebouwers geeft de sportwagen net die vrijheid om er, niet gehinderd door lastige randvoorwaarden of moeilijke compromissen iets moois van te maken.
Zo bloeide ook in de vroege jaren vijftig, de jaren van wederopbouw, de idee voor sportwagens weer op. Vaak zeer bescheiden van opzet maar meestal wel met het compromisloze van de echte volbloed.
De Dyna Junior van Panhard is zo’n product geweest voor het gat in de markt dat met het eerste kleine beetje welvaart van na de oorlog ontstond.
Maar ook tientallen andere (kleine) constructeurs hebben zich op dit terrein begeven. Hel succes van het Panhard mechaniek was daarbij natuurlijk niet onopgemerkt gebleven. De kleine motor met zijn uitzonderlijk hoge rendement en het goede weggedrag van het onderstel oefenden een enorme. aantrekkingskracht uit op iedereen “die het eens wilde proberen”.

De Ariëtte

Een van de onbekendere merken die zich van de Panhard motor bediende was S.I.O.P. (Société Industrielle de l’Ouest Parisien). Deze firma had na de oorlog, na het failliet van Rosengart. de productie van de Rosengart “Ariette” voortgezet, Vervolgens brachten zij de S.1.0.P./Panhard, “Scarlette”, op de weg. Een auto die bestaant uit een Dyna-Panhard onderstel met de carrosserie van de genoemde “Ariette”. In 1953 verraste S.I.O.P. op de Pariјsе Salon met een nieuw, gedurfd project: Een sportwagen op basis van de Duitse Trippel, een product dat bij onze Oosterburen in 1950 op de markt was gebracht, uitgerust met een Zündapp motor achterin. Deze Trippel had de naam meegekregen van zijn constructeur, een onverkwikkelijk personage uit de Nazi partij waar hij obersturmbahnführer was, en een vriend van Himmler. Hij had in 1940 de Bugatti fabriek in Molsheim in bezit genomen, waar vervolgens tot 1944 torpedo’s en amfibi voertuigen werden gebouwd. In zijn vrije uurtjes amuseerde hij zich met de constructie van de naar hem genoemde Trippel-coupé.

De vering / wielophanging met rubberen ‘Flexi-block’

Bij S.I.O.P. ontstond het idee om de Zündapp-motor achterin de Trippel te vervangen door een Panhard Dyna-blok. Zo werd die uitstekende motor uit een voorwielaandrijver opgeofferd aan het “alles achter in” principe waarop de Marathon was gebaseerd. De constructeurs werden overigens wel gedwongen om het dragende gedeelte van de auto vrijwel geheel opnieuw te ontwerpen. De wielophanging bleef ongewijzigd met een vering die werd verzorgd door rubber veerelementen, de zgn. “flexi-blokken”. In Frankrijk ging de wagen met Dyna motor, Marathon heten, met als uitvoeringen een tweedeurs coupé, de Corsaire, en een cabriolet, de Pirate. Aangekondigd als de modernste auto ter wereld werd met de 42 PK een topsnelheid van meer dan 140 Km/h beloofd. De elegante “geheel zelfdragende carrosserie” (in feite stalen platform chassis met polyester opbouw), deed sterk denken aan de Porsche, evenals de plaatsing van de motor achterin. Het hydraulisch remsysteem was geheel dubbel uitgevoerd. De Marathon Corsaire, die werd gepresenteerd op de Parijse Salon in 1953, kostte FF 787.000,- met gegarandeerde levering nog in de loop van datzelfde jaar, hetgeen als een belangrijk verkoopargument gold. Ter vergelijking merken we op dat de Dyna Junior door Panhard voor minder dan FF 600.000,- geleverd werd. De Marathon werd gebouwd in de oude fabriek van Rosengart te Levallois. De totale productie van de Corsaire zal enkele tientallen hebben bedragen.

 

Was het nu een leuke auto of niet? Een beoordeling van de Pirate uit die tijd spreekt boekdelen, lees en huiver!

De Marathon Pirate

De carrosserie is vervaardigd volgens de nieuwste methoden van de vliegtuigindustrie, waarbij ruimschoots gebruik wordt gemaakt van staal, lichte legeringen en kunststof. Zowel onder de motorkap als achter de achterbank is er voldoende bagageruimte voorzien. Luxueus gestoffeerd en afgewerkt door vakmensen, is de Marathon “uw auto van morgen”. De Marathon was hiermee een soort miniatuur Porsche, gekleed in een plastic carrosserie en aangedreven op de achterwielen door een Dyna Panhard tweecilinder. Op het oog een aangenaam concept, maar mijn oordeel veranderde grondig zodra ik probeerde op pad te gaan. De Marathon was gevaarlijk onbestuurbaar en voortgeduwd door een kleine, boze motor die alleen maar op toeren wilde komen, zwabberde hij over de weg. Hij was niet recht houden en steeds weer probeerde hij de kont naar voren te gooien. Ik denk dat het zelfs moeilijk is geweest om deze zwaar overstuurde auto door de Dienst van Mijnbouw te laten goedkeuren, tenzij de auto daar gepresenteerd werd zonder de contactsleutel…

Wel stoutmoedig maar niet roekeloos, weigerde ik daarom een volledige proefrit te maken achter het stuur van dit mooie kleine autootje met het fladderende topje, dat uiteindelijk snel in de vergetelheid raakte…

Het enige plaatje van de Pirate!

Toen de balans werd opgemaakt van het laatste auto avontuur van S.I.O.P, bleek de Marathon geen commercieel succes te zijn, er restte een nadelig saldo van 80 miljoen Franse franken.

 

0 reacties

Panhard Automobielclub Nederland