Vergelijkende test

originele verdeler / verdeler met E-Spark onderbreker

Het E-Spark blokje

Een paar van onze leden hebben het afgelopen jaar de ontsteking van hun Panhard(s) gemoderniseerd. Ze beschikken nu over een door een Fransman mechanisch gereviseerde verdeler, die hij heeft gemodificeerd met de, elektronische ‘E-spark onderbreker’. Bij de inbouw van deze verdelers traden problemen op en ik kreeg die dingen op mijn werktafel om ze te testen. Ze bleken goed te werken en hebben door het ontbreken van de mechanische onderbreker zeker voordelen, maar zouden ze nu ook beter presteren dan de originele ontsteking?

Ik testte er één door hem in mijn 24BT te monteren. Uit de bijgeleverde documentatie bleek niet hoe het ding afgesteld moest worden, maar na wat gedoe lukte dat toch prima. De testrit verliep voorspoedig en merkte ik verschil met de oude ontsteking? Eigenlijk niet, maar die waarneming was me te subjectief en uitgaande van het bekende adagium “meten is weten” zette ik een test op waarin de originele ontsteking op een objectieve manier wordt vergeleken met het Franse product.

De Test

Voor een goede werking van een motor zoals in onze Panhard’s zijn qua ontsteking de volgende zaken cruciaal;

  • tijdstip van de vonk

Het absolute ontstekingstijdstip wordt onafhankelijk van de ontsteking mechanisch ingesteld. Vervolgens kan het ontstekingstijdstip nog variëren doordat de vonk soms iets vroeger of later wordt opgewekt, bijv. a.g.v. speling in de aandrijving. Dit zou zich, bij een vast toerental, manifesteren door een variatie in de tijd tussen twee opeenvolgende vonken. Deze tijd wordt zichtbaar gemaakt op een oscilloscoop.

  • kwaliteit van de vonk
    • duur van de vonk
    • de totale vonkstroom

Het meten aan een ontsteking, zeker aan de hoogspanningskant is lastig en niet zonder gevaar voor de meetapparatuur. Meestal beperken de metingen zich daarom tot de primaire kant. Aan die kant (spanning of stroom) gemeten zie bij ‘onderbreker’ ontstekingen een mooi plaatje met één piek en flink wat forse uitslingeringen. Het is aantrekkelijk en gebruikelijk om aan de hand van dat plaatje de ‘vonkduur’ te bepalen.

Helaas is dat te makkelijk, want aan de secundaire kant van de bobine spelen zich heel andere taferelen af, pas bij zo’n 10 kV gaat de bougie vonken en dus stroom geleiden, dan zakt de spanning snel naar zo’n 2 kV en gaat de vonk uit! Kortom de vonkstroom volgt zeker niet steeds de spanning aan de primaire zijde.

Dan maar de maximum spanning aan de andere kant meten? Dan staat al vast dat we niet verder komen dan zo’n 10 kV, want bij die spanning ontsteekt de bougie en zakt de spanning direct naar 2 kV.

Interessanter zijn zowel de hoeveelheid stroom die door de bougie loopt tussen het ontsteken (10 kV) en het weer doven bij zo’n 2 kV als de tijdsduur van die periode. Deze twee factoren bepalen immers samen de totale hoeveelheid vonkenergie.

Meten aan de hoogspanning, via een omweg

Nu de universeelmeter op stroombereik zetten en in het bougiecircuit opnemen? Geen goed idee, dat zou het einde van de meter kunnen betekenen. Het werd daarom meten via een omweg, met een aantal wikkelingen om de bougiekabel werd een spanning verkregen die evenredig was met de vonkstroom. Die spanning, die op een oscilloscoop zichtbaar werd gemaakt (tijdsmeting), werd bovendien gelijkgericht en in een condensator opgeslagen. De spanning op die condensator is een maat voor de stroom door de bougie en daarmee voor een deel van de kwaliteit van de vonk.

 

De testopstelling

De te testen verdeler werd met een stukje dikwandige plastic slang aan de boormachine gekoppeld, die tijdens de testen zo’n 2000 omw/min (motortoerental 4000 omw/min) draaide.

Om de bougiekabel is een geelgroene draad gewikkeld, in deze spoel wordt tijdens het vonken van de bougie een spanning opgewekt. Die spanning wordt vervolgens:

  • zichtbaar gemaakt op de oscilloscoop
    • om de vonkduur te bepalen
    • om de stabiliteit van de vonk te meten
  • gelijkgericht om een spanning te verkrijgen die een maat is voor de bougiestroom.

Verder werd voortdurend de voedinspanning en stroom gemeten.

Het filmpje onder deze link laat wat beelden zien van de test die op de originele verdeler van de 24 werd uitgevoerd.

Testobject 1

De niet gemodificeerde verdeler (van een 24BT) werd speciaal voor de test van een nieuwe condensator voorzien en de contactpuntjes werden netjes op 0,4 mm afgesteld.

Testobject 2

De in Frankrijk gemodificeerde verdelers zien er als nieuw uit, het rode E-spark blokje is heel netjes op een nieuwe bodemplaat in de verdeler gemonteerd, maar er zijn ook aanmerkingen. Bij één van de drie verdelers die ik in handen kreeg had de aandrijving van de toerenteller een ‘zwaar punt’ na demontage en het vervangen van een beschadigd ringetje was dat verholpen.

Verder moest bij alle drie de verdelers de bijgeleverde (nieuwe) rotor een stukje afgevijld worden om te voorkomen dat hij aanliep tegen het E-spark blokje.

Resultaten

  • Er werden geen verschillen gemeten tussen de drie E-spark exemplaren.
  • Het verschil tussen de E-spark’s en de originele verdeler beperkte zich tot het niet onbelangrijke ruststroomverbruik. Waar de originele verdeler, bij gesloten contactpuntjes zo’n 3 ampère noteert, scoren de E-spark’s slechts 22 mA!
  • Zaken als vonkduur en vonkstroom vertoonden geen relevante verschillen
  • De tijdsduur tussen de opeenvolgende vonken, die bij een stabiel toerental gelijk moet zijn bleek, kennelijk a.g.v. de niet al te stabiele aandrijving flink te variëren. Daarom hier geen uitspraak over de stabiliteit van de vonk uit de diverse verdelers.
  • Wat verder opviel was dat voor de vonkduur die, tot op heden primair op de bobine werd gemeten en op zo’n 1 msec uitkwam, nu gemeten aan de secundaire kant slechts zo’n 1 µsec bedraagt!

In het bovenstaande  oscillogram is de primaire spanning in blauw geregistreerd en de secundaire (stroom) in geel. De heel smalle gele naald die een weergave van de vonkstroom is, is maar nauwelijks te zien. De (blauwe) spanning aan de primaire van de bobine laat een grote piek met uitslingering, zien die één msec duurt. Dit gegeven werd, in elk geval in onze omgeving als de vonkduur gezien.

Het plaatje hieronder geeft dezelfde situatie weer, maar dan 1000 x uitgerekt. De smalle gele naald uit het linker plaatje, de vonkstroom, blijkt na uitvergroting in het tweede plaatje, maar 1µsec te duren!

Conclusie

Is, op basis van deze resultaten het concept van de E-spark te verkiezen boven de originele ontsteking? Hier samengevat de voor- en nadelen:

+ Je bent verlost van de mechanische onderbreker (puntjes) en het herhaaldelijk afstellen daarvan.

+ Bij contact “aan + motor staat stil’ loopt er geen grote stroom door de bobine die nu gewoon koel blijft.

+ De in de verdeler ingebouwde vervroegings mechanismen zijn gereviseerd en zullen hierdoor weer als nieuw kunnen functioneren.

o De vonkkwaliteit is gelijk aan die in de oorspronkelijke situatie.

– De op zich goede afwerking vertoont toch wel eens wat slordigheid

– Hij is wat lastiger af te stellen

– Prijs: bij inleveren van de oude verdeler en betaling van €200,- krijg je een tot nieuw gereviseerde verdeler  met      een E-Spark retour, voor bestellen en verdere inlichtingen mail (in het Frans!) naar: hugues.dannenmuller@orange.fr

Dus ja er zijn voldoende voordelen en vooral: als het eenmaal werkt, hoef je er nooit(?) meer aan te komen.

Met de hierboven genoemde eigenschappen positioneert het E-spark systeem zich m.i. tussen het ‘Vellemankitje’ en de ‘123’.

4 Reacties

  1. peter drijver

    heel mooi stuk. Hughues vervangt ook het lagertje in de verdeler dat meestal uitgesleten is. de verdeler heeft dus een betere passing in de motor en datzelfde geldt voor de verdelers in het verdelerhuis. Pas mal! Hughues rijdt in een Break met een 954 cc motor…

    Antwoord
  2. Jaap Margry

    Dank Ries, voor dit duidelijke verhaal! Zojuist bij Joannes met de stroboscoop gefinetuned! En het rijdt als een zonnetje.

    Antwoord
  3. Dago Langen

    Goed verhaal Ries, bedankt!

    Antwoord
  4. Tom Neirinck

    Zijn er aandachtspunten bij het afstellen van deze gereviseerde ontstekers? Ik hoop ook vooral dat de bobine het minder hard te verduren krijgt. Ook deze lijken namelijk vaak meer van minderwaardige kwaliteit te zijn, net als condensator.

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Panhard Automobielclub Nederland