Dubbele ontsteking

Dubbele ontsteking

In 1991 publiceerde Thei Bruls, toen al en nu nog steeds lid van onze vereniging, onderstaand artikel. Nu de laatste tijd, mede door de technische vaardigheden van Jelle Bethlehem, het aantal  ‘vierpitters met twee cilinders’ snel toeneemt, is dit artikel actueler dan ooit.

 

 

DUBBELE ONTSTEKING ALS DE REMEDIE VOOR DE PANHARD MOTOR?

Gerenommeerde autofabrikanten zoals Alfa Romeo hebben met veel ophef de dubbele ontsteking (TWIN SPARK) in bepaalde type auto’s geïntroduceerd. Niets nieuws! Zoals jullie waarschijnlijk weten reden 30 jaar geleden al Panhards rond met dit ontstekingssysteem. De CD is daar een nog altijd een ‘rijdend’ voorbeeld van. Na wat horten en stoten (in de meest letterlijke zin van het woord) is ondergetekende er in geslaagd een standaard motor te voorzien van een dubbele ontsteking die ook nog werkt.
Wat is de zin van deze ingreep? Om hierop een antwoord te geven moeten we onze kennis van de werking van de verbrandingsmotor eens wat opfrissen.

Ontsteking en Verbranding
Door de compressieslag wordt het brandstofmengsel samengeperst. Aan het einde van deze slag ontsteekt een vonk van de bougie dit mengsel. Er vindt geen explosie plaats, doch de vlam van het ontbrandende mengsel verplaatst zich in bolvorm vanuit de bougiepunt(en) door de hele compressiekamer. De snelheid waarmee dit gebeurt is 15-30 meter/seconde. De verbranding is dus een golfbeweging die op haar hoogste punt een drukverhoging geeft van 8 keer. Dit betekent bij een Panhard motor ongeveer 60 bar. De zuiger moet dan al begonnen zijn aan de neerwaartse (arbeids)slag. Deze druk op de zuiger bepaalt de kracht van de motor en is o.a. voor een belangrijk deel afhankelijk van de volgende factoren:

  • kwaliteit van de brandstof
  • mengverhouding van het gasmengsel
  • ontstekingstijdstip
  • plaats van de bougie
  • doorsnede van de verbrandingskamer
  • vorm van de verbrandingskamer
  • toerental van de motor.

Met de eerste 4 punten kan naar hartenlust geëxperimenteerd worden. Moeilijker wordt het als men wat wil wijzigen aan de plaats van de bougie of de verbrandingskamer. Toch is daar winst te behalen.
De vorm van de verbrandingskamer en de positie van de bougie beïnvloeden in hoge mate de verbrandingstijd. Bij een cilinder met grote doorsnede, waarbij de bougie bovendien uit het midden is geplaatst zoals dit bij de Panhard boxermotor het geval is, is de verbrandingstijd relatief lang en er kunnen dan twee dingen mis gaan:

het ontstekingstijdstip, dit moet bij elke toerental verandering bij geregeld worden om het grootste drukmoment bij de juiste stand van de zuiger te krijgen en
op het punt in de cilinder dat het verst van de bougie is verwijderd kan zelfontbranding ontstaan. Dit komt doordat de zuiger nog niet het bovenste dode punt bereikt heeft als het mengsel rond de bougie door diens vonk ontstoken wordt. Het gasmengsel nabij de zuigerwand wordt dan zowel door de beweging van de zuiger als door de drukgolf van de verbranding samengedrukt en ontbrandt spontaan met grote hevigheid. Dit laatste kan fatale gevolgen hebben voor de motor en is daarom interessant om er wat dieper op in te gaan.

Zelfontbranding: kloppen of pingelen
Zelfontbranding ontstaat zodra in een brandbaar gasmengsel een zodanig hoge temperatuur en druk ontstaan dat spontane ontbranding plaats vindt. Bij een verbrandingsmotor kan de oorzaak van dit pingelen liggen bij:

  • te hoge compressie door foutieve constructie of overbelasting.
  • te late ontsteking,
  • gloeiende (kool)delen in de verbrandingskamer of
  • te hoge temperatuur van de kop en de zuiger.

Waarom is pingelen zo schadelijk?
Zoals reeds gesteld kan zelfontbranding fataal zijn, als het ware een vorm van explosie: de verbrandingssnelheid ligt bij 150-300 meter per seconde. Daardoor is de opgebouwde drukgolf zeer kort maar ongekend hoog. Als het ware een klap met een hamer op de zuiger. Zo is niet alleen het geluid maar zijn ook de gevolgen. Bovendien valt de klap door de snelheid van de zelfontbranding zo vroeg, voor of op het
bovenste dode punt, dat deze geen enkele waarde heeft voor het rendement van de motor en zich volledig concentreert op het vernielen van de zuiger, drijfstang en krukaslagers …

Terug naar onze geliefde en vaak verwenste Panhard motor. Voor een
motor met een maximaal toerental van boven de 5000 rpm is de zuigerdoorsnede
groot met daarnaast een asymmetrische ontsteking, gegevens die bepalen dat de compressie verhouding niet te groot mag zijn. De verbrandingsgolf kan beïnvloed worden door het plaatsen van een tweede bougie tegenover de standaardbougie. Hiermee wordt de verbranding op een aantal punten verbeterd. Doordat de twee bougies tegelijk ontsteken wordt de ontbrandingstijd aanzienlijk verkort. De kans op zelfontbranding wordt kleiner en het mengsel wordt vollediger verbrand. Met deze verbetering van de verbranding komen de volgende punten aan de orde:

Doordat de verbrandingstijd korter is valt het hoogtepunt van de drukgolf ook vroeger. Om het dan toch op het juiste moment van de juiste zuigerstand te krijgen moet het ontstekingstijdstip 15 graden worden verlaat (4 tanden op de straterkrans door het spiekgaatje). Hierdoor wordt de vaak toegepaste koppeling van de stroomverdeler met de choke (vervroeging) overbodig. Bij toepassing van een centrifugaal vervroeging moet deze ook worden geblokkeerd op 15 graden vervroeging.
Als de ontsteking later staat wordt minder warmte overgedragen aan de cilinderwand omdat de zuiger enkele millimeters hoger staat bij de ontbranding.
De druk en ook de temperatuur van het mengsel zijn hoger op het moment van de ontbranding. Deze is daardoor vollediger en loopt dus ook sneller af waardoor ook in de eindfase van de verbranding minder warmte wordt overgedragen aan de kop.
De verbranding is vollediger waardoor de uitlaatgassen schoner zijn. U wordt beloond door de toewijding en noeste arbeid met een rendementsverhoging van de motor met 5 % ofwel 2,5 tot 3 pk en lopen als een trein …
 

Tot slot …
Door het aanbrengen van een dubbele ontsteking wordt de mogelijkheid geopend om de compressie te verhogen. Het rendement kan dan nog hoger worden opgevoerd. Door experimenten heb ik echter ervaren dat er dan weer adders onder het gras zitten. Zo ontstaan er problemen met de koeling van de cilinderkoppen en de keuze van de juiste bougies.
 

Thei Bruls. (Panhard Koerier nr.100, 1991)

 

 

 

Panhard Automobielclub Nederland

En Rodage PL17++

En Rodage PL17++

En Rodage’ een PL17++

 

 

Een 954 cc Panhard flat twin motor is op zich geen nieuws. Al begin 1960 bouwde DB een ‘Super Rallye’ versie van de HBR 5, waarvoor als optie een 954 cc versie van de Panhard motor werd aangeboden. Deze motor leverde 72 PK bij 6000 omw/min en daarmee werd een snelheid van 175 km/u bereikt. Maar een 954 cc motor in een PL17, dat is andere koek en voor zover bekend nog nergens vertoond!

Peter Drijver droomde al langer van een dergelijk concept en in het verleden had hij al eens een opgeboord carter plus opgeboorde cilinders, grotere zuigers en bijbehorende zuigerpennen gekocht van iemand die zijn D.B had willen op pimpen, maar die daar nooit aan was toegekomen. Ook werden toen allerlei gegevens opgediept, zoals de passing van de bussen in het blok en –belangrijker nog– de passing van de bussen in de gietstukken van de cylinders. Maar daar bleef het toen bij.

 

Toen ook Pierre Peters begon te denken aan een 950 cc motor voor zijn CD, werden Peter Drijvers plannen weer opgerakeld. Een aanbod van Aprotech van een kit van nieuwe cilinders, zuigers en zuigerveren om de 848 cc motor om te bouwen naar 954 cc, gaf de doorslag. Zij besloten beiden de uitdaging aan te gaan en drie ombouwsets werden besteld.

Jelle Bethlehem tekende uiteindelijk voor de realisatie, hij maakte drie motoren: één voor Pierre, één voor Peter Drijver en één voor hemzelf.

De motor van Peter kreeg naast grotere zuigers/ cilinders,

  • een aangepast oliecircuit; 
  • een oliepomp met een grotere opbrengst;
  • een grotere carterinhoud door het monteren van een D.B extra carter;
  • een oliefilter;
  • een met twee draadeinden door het blok versterkt carter, (systeem Hampe);
  • moderne oliekeringen aan beide zijden van de krukas.

Peter haalde de motor al medio vorig jaar bij Jelle op, maar kwam er door tijdgebrek pas in december aan toe om de standaard PL17 Tigre motor van 1959 om te wisselen voor het nieuwe monster. Daarbij was enig aanpassingswerk nodig want de originele koelmantel zat de verplaatste oliepeilstok in de weg. Ook kreeg het externe oliefilter een andere plek omdat de aanvoer- en retour nu aan de bijrijderskant zitten. Bovendien werd de koppeling vervangen door een VW drukgroep met diafragmaveer. Het originele ‘druklager’ van grafiet werd vervangen door een echt druklager met een bronzen zadel.

Eind maart zat de motor er in en alles was afgewerkt, maar de motor draaide, ook zonder bougies, extreem zwaar rond. Dan is de vraag ‘Zou dat normaal zijn?’ Zijn wij misschien gewend aan veel lichter draaiende, bijna versleten, motoren? De startmotor kreeg het zaakje in elk geval maar moeizaam rond. Schoonmaak van de startmotor, die in 1985 voor het laatst een beurt had gehad, hielp een klein beetje.

Toen bleek dat het smeersysteem bij het vrij langzaam ronddraaien van de motor mooi op druk kwam werd de sprong gewaagd, de motor werd echt gestart.

Hij maakte een wat rauw geluid, maar toch eigenlijk niet verkeerd. Dus de straat op, kleine ritjes zonder de motor echt te belasten. Geen hoge toerentallen zodat de zuigers, zuigerveren en cilinderbussen goed op elkaar in kunnen lopen. Voorlopig wordt er niet harder gereden dan 85-90 km/u.‘Inrijden’ heet dat, vroeger een normale zaak, nu weet bijna geen automobilist meer wat dat is.

Er volgde een ritje naar Jelle (Den Haag-Alkmaar) en inmiddels heeft Peter er met de nieuwe motor 300 kilometer op zitten. De motor klinkt inmiddels smeuïger en start gemakkelijker en ook de aanvankelijke de olielekkages zijn opgelost. Het verschil met de vorige 850cc motor is groot, meer vermogen, maar ook de grotere trekkracht bij lagere toerentallen maken van de PL17 een hele andere auto. Als deze modificatie niet ten koste gaat van de betrouwbaarheid dan is het een mirakel waarom Panhard deze motor nooit in de 24 heeft geleverd!

Inmiddels zijn de kleppen opnieuw gesteld en is de auto klaar klaar voor de tweede fase van het inrijden. De bedoeling was aanvankelijk om de PL17++ naar het RIPL in Zweden te gaan, maar of dat doorgaat…

Panhard Automobielclub Nederland

Sporing en Wielvlucht Dyna X

Sporing en Wielvlucht Dyna X

Sporing & Wielvlucht afstellen

Het afstellen van de wielvlucht (Camber) en de  sporing gebeurt bij alle naoorlogse Panhards in principe op dezelfde manier en met dezelfde gegevens. In het ook in deze rubriek geplaatste artikel ‘Hoe laat je een Dyna X sturen als een 24?’ wordt dit in het (heel) kort beschreven. Hieronder een uitgebreidere versie, eveneens van de hand van Joannes Collette.

Dit is een artikel uit de Koerier Nr.93 van Juli 1990

Voorkom overmatige bandenslijtage en gegier in de bocht

Willen we er voor zorgen dat onze Panhard lekker rijdt en weinig banden verslijt, dan moeten we zorgen dat de sporing en de wielvlucht (camber) goed zijn ingesteld. Nu hebben we in onze werkplaats waarschijnlijk geen speciale apparatuur voor deze min of meer magische handelingen. Natuurlijk kunnen we een bezoek brengen aan een specialist. Toch kunnen we deze afstellingen uitvoeren met eenvoudige hulpmiddelen.

De afstelling van de wielvlucht en het gelijk maken van de fuseehelling is een kwestie van het goed plaatsen Iets meer naar links of naar rechts) van de bovenste bladveer. Volg hierbij nauwkeurig het werkplaatshandboek.. Uit eigen ervaring blijkt dat deze afstellingen goed zijn uit te voeren met een goede waterpas als meetinstrument. Zorg dat de hoek bij beide voorwielen het zelfde is.

 

Voor het afstellen van de sporing komen we bij het opmeten handen te kort. Hier heb ik iets heel eenvoudigs op bedacht. Het gereedschap bestaat uit:

  • Twee rechte houten latten van ongeveer 70 cm lang.
  • IJzerdraad of touw.
  • Twee slappe trekveren.
  • Een rolmaat.

De werkwijze voor het opmeten van de sporing wordt duidelijk aan de hand van de tekening. De twee latten worden tegen de zijkanten van de banden gehouden door het ijzerdraad/ touw met daarin opgenomen de trekveren.

Met de rolmaat wordt de afstand voor en achter de voorwielen opgemeten. De besturing van de Dyna X is erg slap. Duw de wielen daarom met de hand richting toespoor. Houdt in de gaten dat het in te stellen uitspoor van 3-5 mm, dat wordt opgegeven in het werkplaats handboek, op de velgrand wordt gemeten. Zoals we nu meten voor en achter de wielen, is de afstand tussen A en B ongeveer 60 cm in plaats van op de velgrand. Dan is de afstand 40 cm. De meting moet in dit geval daarom een verschil opleveren van 5-8 mm om het juiste uitspoor te krijgen.

Met deze eenvoudige methode kan de sporing goed worden afgesteld en het bochtenwerk wordt niet langer begeleid door luid gegier!

Panhard Automobielclub Nederland

Afstellen carterontluchting van een 850cc Panhard

Afstellen carterontluchting van een 850cc Panhard

Afstellen carterontluchting 850 cc motor

 

Het afstellen van de carterontluchting is een lastige klus en niet alleen omdat het originele recept, met speciaal gereedschap, door het ontbreken van dat gereedschap onbruikbaar is.

Volgens het handboek PL17 zijn er twee afstellingen voor de carterontluchting, één voor motoren met het hulpcarter waarin maar één ontluchtingspoort zit (Dyna X, S5 motor) en één voor de overige motoren (met twee ontluchtingspoorten). Er zit een graad of dertig verschil tussen beide afstellingen! Hier wordt alleen de 850 cc motor behandeld.

 

 

Carterventilatie is, met name bij boxermotoren, noodzakelijk om te grote over- en onderdruk in het carter te vereffenen en zo olielekkage te beperken. Bij onze motoren gebeurd dat m.b.v. van de aandrijfas van de stroomverdeler die als een soort roterende afsluiter het carter iedere 90 en 270 graden naar de buitenlucht opent (via het pijpje vooraan ). Die holle as is daartoe voorzien van openingen (poorten) te zien op foto 2 bij de gele pijl, je kunt er dwars door de as heen kijken. De as past in een huis waarin eveneens, links en rechts t.o.v. de rijrichting poorten (sleuven) zijn aangebracht. Ze zijn te zien op foto 1, de over/onderdruk in het carter wordt via de holle as en deze sleuven met de buitenlucht vereffend.
In de kop van de as is voor de aandrijving van de verdeler een excentrische groef (op de foto bij de rode pijl) aangebracht.

Vóórdat we beginnen wordt het hulpcarter verwijderd en wordt de oliepomp geopend en het aandrijf tandwiel er uit genomen.Vervolgens:

  • De motor wordt getornd tot het BDP met de rechtercilinder op compressie en de linker op tuimelen. Dus met de op het vliegwiel ingeslagen markering ( vaak met wit geaccentueerd) midden in het venster.
  • De krukas wordt geblokkeerd.
  • De aandrijfas van de verdeler heeft in het verdikte gedeelte tegenover elkaar gelegen ontluchtingspoorten en in de kop een excentrische groef voor de aandrijving van de verdeler (op foto 2 gemerkt met respectievelijk en gele en een rode pijl).
  • De as wordt, met de ontluchtingspoorten in de rijrichting, op zijn plek gezet. Er zijn twee mogelijkheden en er is er maar één goed. De tekening hierboven laat zien welke van de twee de juiste is (let op de rode  excentrische gleuf).
  • Als de as goed gepositioneerd is, de as in die positie vergrendelen. Hoe, oorspronkelijk werd dat gedaan met een speciaal stukje gereedschap van Wilmonda, maar daar is niet aan te komen, dus improviseren. Onze penningmeester Siewert Pilon blokkeerde (bij een andere klus) de as met een stukje van zijn draadsnijset (onderste foto), het maakt niet uit hoe u het doet, als de as gedurende de verdere operatie maar niet kan draaien.
  • Nu gaan we onder de auto verder, we monteren de oliepomp weer.
  • De blokkeringen van krukas en de verdeleraandrijfas worden verwijderd en de klus is klaar.
  • Vergeet niet olie bij te vullen voordat u de motor start.

N.B. Wil de motor na afloop niet aanslaan, dan heeft u misschien toch de verdeleraandrijfas 180 graden verkeerd gemonteerd. Verwissel dan de bougiekabels op de verdelerkap, als dit helpt verder geen probleem u kunt gewoon gaan rijden.

———————————————————————————————————————————————

Marc Vehaegen uit België reageerde op mijn bovenstaande artikel. Hij vraagt zich af waarom we niet gewoon ons eigen tooltje (à la Wilmonda) maken. Hieronder geeft hij aanwijzingen hoe het te maken en zie je twee foto’s van zijn eigen exemplaar.

Voor de Nederlanders: een ‘vijsje’ is gewoon de Vlaamse versie van wat wij een schroefje noemen.

Deze tool is eenvoudig zelf te maken van hout, een blokje 80X30X15 en een spil van 18mm.
Zaag een gleufje net uit het center op de kop van de spil en lijm er een stukje bandijzer in.
Boor 2 gaten 6mm en 18mm op 5cm hartafstand
Zet de spil juist tegenover het blokje op een motor die op BDP staat voor je de motor demonteert.
lijm de spil vast en fixeer met een houtvijsje.

Martin Bonder maakte van RVS een nog mooier tooltje, je zou zeggen ‘Beter dan Wilmonda!’

 

 

 

Panhard Automobielclub Nederland

Stuurinrichting, wielophanging, wegligging & banden

Stuurinrichting, wielophanging, wegligging & banden

Panhard Automobielclub Nederland